Never take no for an answer!

Voetbalsupporters staan nogal in de belangstelling de laatste tijd. Ze staan zelfs in Rotterdam op billboards, hoewel je je kunt afvragen of dat de echte supporters zijn natuurlijk. Hoe dan ook. Echte supporters blijven geloven in hun club, ook al verliest de club het hele seizoen door. Ondanks alles blijven de supporters er in geloven, ze zien de zon achter de wolken schijnen. Want ook clubs die het niet best doen, ja clubs die op degraderen staan, hebben en houden hun vaste aanhang. Een bijzonder verschijnsel eigenlijk. “Als je wint, heb je vrienden”, zong Henny Vrienten samen met Herman Brood, lang geleden. Maar voor de verliezer geldt dat ook. En er is maar één reden voor te bedenken en dat is dat supporters rasoptimisten zijn.

In de krant las ik onlangs dat optimisme één van de wezenskenmerken van de mens is. Als ik naar de voetbalsupporters kijk, moet die bewering in de krant wel waar zijn. Je ziet het trouwens ook in andere sferen. Ondernemers, zelfs al zijn ze net gefailleerd, zien altijd nog mogelijkheden. “Als ik nou maar even… dan komt het allemaal weer goed!” is een veelgehoorde kreet in het eerste gesprek met de curator.

Ik denk dat het aangeboren optimisme altijd een belangrijke factor is geweest in het vermogen van de mensheid te overleven. We zijn een tamelijk succesvolle soort, al moeten we natuurlijk opletten dat we aan dat succes niet ten onder gaan. Maar ook als het misgaat leggen we een bijzondere veerkracht aan de dag. Kijk maar eens naar de crisis die de financiële wereld teistert. Die is in wezen het gevolg van te optimistisch handelen. Te optimistisch denken over het verhandelen van hypotheekpakketten, te optimistisch denken over de mogelijkheid allerlei staatsschulden af te lossen, enzovoort. De oplossing voor de problemen die opkomen, liggen altijd besloten in een visie op de toekomst. Als we maar dit doen, dan… De kunst is om met dat optimisme verantwoord om te gaan, zonder het de kop in te drukken. Want het is nodig. “Nee” bestaat niet.

Betekent dat, dat we nooit “nee” moeten zeggen? Zeker niet. (Leest u deze driedubbele ontkenning gerust een paar keer door.). Nee zeggen kan heilzaam werken, wanneer de verwachtingen niet realistisch zijn. Maar “nee” zeggen zonder zelf een visie te hebben op hoe het wel zou moeten, is niet goed. Als het goed is, is “nee” zeggen de opmaat voor een discussie tussen de vrager en de neezegger. Een discussie die heilzaam kan zijn en de inzichten van de beide gesprekspartners kan scherpen. Maar dat betekent weer dat degene die “nee” te horen krijgt, zich daar nooit bij moet neerleggen. Hij of zij moet de discussie aangaan, vragen naar het waarom. Argumenten uitwisselen met de neezegger, totdat beiden duidelijk en scherp het waarom van het “nee” voor ogen hebben. “Nee” is heilzaam, maar als het je wordt gezegd, moet je er nooit genoegen mee nemen. Je had immers zelf goede redenen voor het verzoek? Je moet verder spitten, doorvragen, toetsen, scherpen. Tot de neezegger op één lijn zit met jou. Dan zijn de verwachtingen op elkaar afgestemd. Blijf optimistisch.

Jan Versteegh

Voorzitter VNO/NCW Rijnland

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *