Schuilt in ieder van ons een fraudeur?

U heeft er vast wel eens mee te kampen gehad: een callcentermedewerker van een online gids (bijvoorbeeld Internetgemeentegids, dat hierover onder vuur heeft gelegen) belt met u of een van uw medewerkers. Meestal met de mededeling: “U staat geregistreerd op onze website. Dat was gratis, maar wordt een betaalde registratie. Als u dat niet wilt, moet u even het formulier dat wij faxen, ondertekenen en terugsturen. Bent u van het gedoe af!”

In al uw argeloosheid tekent u of de medewerker in kwestie het formulier en stuurt het terug. Een dag later volgt de factuur: of u even € 1.200 wilt betalen, want u heeft zich zojuist gebonden aan een abonnement met een looptijd van drie jaar en een kostenpost van € 1.200 per jaar. Tja, dat kunt u er net niet bij hebben. En laten die kleine lettertjes nu net vertellen dat u een betalingsverplichting aangaat en dat iedereen die het document ondertekent, vermoed wordt dat rechtsgeldig en bindend te hebben gedaan. Dit heet met een duur woord “acquisitiefraude”, maar daar bent u als slachtoffer niet mee geholpen.

Wat te doen?
Die vraag is door politiek Den Haag inmiddels beantwoord. Op 11 februari 2016 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel van kamerleden Gesthuizen en Van Oosten over de bestrijding van acquisitiefraude met algemene stemmen aangenomen. De nieuwe wet zal vermoedelijk op 1 juli 2016 in werking treden en maakt het fraudeurs op twee vlakken lastig:

1. Acquisitiefraude wordt expliciet strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht. Het is een misdrijf, waarop een maximale gevangenisstraf van twee jaar of een maximale geldboete van € 81.000,-op staat;

2. Acquisitiefraude wordt ook als onrechtmatige misleidende mededeling aangemerkt in het Burgerlijk Wetboek. Dit kan leiden tot een verbodsvordering, maar ook, via een kleine juridische omweg, tot vernietiging van de overeenkomst. Vernietiging houdt in dat de overeenkomst geacht wordt niet te hebben bestaan.

Opvallend is wel dat de bepaling in het Burgerlijk Wetboek erg breed is geformuleerd. De wetgever gebruikt namelijk voor acquisitiefraude de term “misleidende omissie”. Dat is “het weglaten van essentiële informatie die de contractspartner nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, waardoor hij een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen”, maar ook “het verborgen houden of op onduidelijke, onbegrijpelijke, dubbelzinnige wijze dan wel laat verstrekken of presenteren, of het niet laten blijken van het commerciële oogmerk, indien dit niet reeds duidelijk uit de context blijkt, van essentiële informatie, waardoor de contractspartner een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.”

Dit gaat ver. In potentie kan ieder gebrek aan informatie en iedere dubbelzinnigheid fnuikend uitpakken voor de partij die de informatie verstrekt. Dat kan u ook overkomen. Denk aan de standaardclausules bij prijzen in een catalogus, waarin staat: “Wijzigingen voorbehouden”. Is dat misleidend, omdat essentiële informatie over de prijs – hoe kan deze wijzigen – op onduidelijke wijze wordt verstrekt?

Ik vermoed dat de soep niet zo heet gegeten wordt en dat de wettelijke bepaling vooral gebruikt zal worden om uitwassen tegen te gaan. Desondanks kan het geen kwaad ook de eigen contracten op duidelijkheid en transparantie na te gaan.

Jan Spanjaard
Advocaat
La Gro Advocaten Alphen aan den Rijn
www.lagrolaw.nl

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *