Hoogtij in de bouw: Kans of bedreiging?

De vraag naar koophuizen is groot. De huizenprijzen stijgen vooral in de grote steden in een razend tempo. De druk om snel en veel nieuwe woningen te bouwen neemt toe. Goed nieuws voor Bouwend Nederland? Is het nu dé tijd voor bouwbedrijven om hun slag te slaan en weer wat vet op de botten te krijgen? Of is het vooral tijd om te investeren in dé uitdaging van de toekomst: duurzaam bouwen.

Rob van den Oudenrijn, voorzitter van Bouwend Nederland, afdeling Duin- en Rijnstreek, ziet de vraag naar nieuw-bouwhuizen in de regio van Gouda tot Hillegom stijgen. Aangejaagd door de lage rente maar ook door een inhaalvraag staan kopers in heel Nederland steeds vaker in de rij om aangeboden huizen aan te schaffen. “Het huizentekort is natuurlijk relatief. Ik zie geen mensen in dozen slapen omdat er geen huizen zijn. Maar de vraag is inderdaad groot.’’

Ook Aart Jan Verdoold, directeur van Green Real Estate uit Alphen aan de Rijn, praat liever over een woningbehoefte dan over woningnood. “Ik zie geen mensen bij bosjes onder de brug liggen. We moeten ons dus niet door de waan van de dag laten leiden want voor je een project rond hebt, ben je vijf jaar verder en kan de situatie op de huizenmarkt weer heel anders zijn.’’

Jeroen van Breda, directeur bij het aannemersbedrijf A.G.J.C. van Breda uit Sassenheim, pleit eveneens voor het hoofd koel houden. “De bouw loopt nu eenmaal altijd achteraan. Dit is geen snelle handel want het kost minstens één jaar voor je een vergunning voor een huis rond hebt. Natuurlijk kun je nu even vlammen en als een eendagsvlieg heel snel groeien. Ik zie meer in het investeren in vertrouwen door kwaliteit te leveren. Zelfs nu het druk is en er geen tegelzetter of metselaar te krijgen is, toch tijd nemen en alles netjes afwerken.’’

Grondprijs
Om aan de huidige behoefte aan nieuwe woningen te voldoen, moet er allereerst voldoende bouwgrond aanwezig zijn. Van den Oudenrijn: “De grondprijs en de gemeentelijke leges zijn zeer bepalend voor de prijs van een huis. Je bouwt een nieuw huis voor 80 tot 100.000 euro, de rest zijn andere kosten.’’ Daar zouden ontwikkelaars en gemeenten nog wel een slag in kunnen maken, vindt Van den Oudenrijn. Jan van Duijn, directeur van Van Rhijn Bouw in Katwijk, wijst op de kosten die gemoeid zijn met de lange tijd die nodig is om een locatie daadwerkelijk te bebouwen. “We hebben het over ellenlange procedures van zeven jaar voor een project gerealiseerd wordt. Dat betekent dat al die tijd rente wordt betaald maar ook dat je veel projecten op de rails moeten hebben om vervolgens in één jaar te bouwen. Dat drijft de prijs ook op.’’

Toch kunnen ook bouwers in de ogen van regiovoorzitter Van den Oudenrijn de stijgende kosten van nieuwe huizen door duurdere arbeid (in de recente cao voor de bouw is een loonsverhoging van 5,35 procent afgesproken) en materiaal nog wel wat drukken door meer te digitaliseren en te robotiseren. “Steeds meer onderdelen van een huis kunnen in een fabriek worden gemaakt. Er zijn bedrijven die steenstrips van 2 centimeter dik met een robot op een geïsoleerde muur verlijmen. Dat scheelt materiaal en tijd op de bouwplaats die overigens steeds meer op een montageplaats van allemaal prefab-elementen begint te lijken.’’ Ook Jeroen van Breda van aannemersbedrijf A.G.J.V. van Breda uit Sassenheim kent voorbeelden van goedkope huizen die in zes weken in elkaar worden gezet. “Dan gebruik je houtskeletbouw. Alleen dat heeft het in ons klimaat zwaar en heeft onderhoud nodig. Ik ben meer voorstander van traditionele bouw, een stenen huis dat over honderd jaar nog staat.’’

Specialisatie
Specialisatie bij bouwbedrijven is ook een manier om efficiënter en dus goedkoper te werken. “Hoe vaker je een bepaald soort woning bouwt, hoe beter je de bouw in de hand hebt en hoe lager de kosten zijn. Het mes snijdt zo aan twee kanten’’, aldus de afdelingsvoorzitter. Hij ziet dat veel gespecialiseerde bouwbedrijven samenwerking zoeken met vaste partners. Deze ketensamenwerking is volgens hem een goede manier om de bouwprijs onder controle te houden en tegelijkertijd zekerheid voor de samenwerkende bedrijven te bieden. Bovendien kunnen gezamenlijk grote investeringen worden gedaan en het bouwproces worden versneld en verbeterd. “Lean en Quick Response Manufacturering (QRM)- werken. Wij doen dat ook op ons eigen bedrijf waar we afgelakte en beglaasde houten kozijnen maken met een hoge isola-tiewaarde. Verder meer digitaliseren met onder meer Building Information Model (BIM) waarbij alle bouwinformatie digitaal wordt opgeslagen. Zo zorg je voor kortere lijnen en minder verspilling. Op deze manier kan de bouwsector sneller inspelen op de vraag. Bouwend Nederland helpt leden hier trouwens bij.’’

Duurzaam
De afdelingsvoorzitter breekt daarnaast een lans voor nog meer aandacht voor duurzaam bouwen. Het is nog niet verplicht om huizen met nul-op-de-meter te bouwen, zonder gasaansluiting. Bouwbedrijven van nieuwbouw én renovatie moeten zich daar in zijn ogen vol op gaan richten. “We weten als geen ander dat er ook weer mindere tijden komen en dus moeten we, nu er ruimte voor is, het vraagstuk van gasloze huizen aanpakken.’’ In zijn ogen gaat het er nu niet meer om een huis zo goedkoop mogelijk te bouwen maar mag er best geïnvesteerd worden in nul-op-de-meter huizen. Dat is voor de huizenkoper ook aantrekkelijk want uiteindelijk besparen zij met een dergelijke investering, op de energiekosten. “Een nul-op-de-meterhuis rendeert voor de bewoner. Om dit te bereiken moeten we gebruik maken van de nieuwste technieken. Zo voorkomen we dat huizen te duur worden want anders schieten we ons zelf in de voet. Bovendien, als de Nederlandse bedrijven het niet doen dan komen er bouwers uit het buitenland. We leven niet meer in een klein wereldje.’’

Hij denkt dat straks bouwers worden gedwongen om andersoortige huizen te bouwen. Op dit moment heeft elke huizenbezitter nog recht op een gasaansluiting maar Van den Oudenrijn verwacht dat daar snel verandering in komt nu de regering heeft uitgesproken dat Nederland van het gas af moet. “Nu kunnen bedrijven nog zelf initiatieven nemen en consumenten proberen te overtuigen om bij nieuwe investeringen alvast rekening te houden met dat gasloze tijdperk. Want dat komt eraan, onder druk van de overheid maar ook van energie-bedrijven die niet meer investeren in de vervanging van het gasnet.’’

Nieuwe werkelijkheid
Green Real Estate bouwt al huizen zonder gasleiding, met zonnepanelen en warmte-installaties. Directeur Verdoold:  “We denken in generaties en niet in snelle euro’s. Duurzaamheid is gewoon de nieuwe werkelijkheid.’’ Van Breda denkt genuanceerder over de gasloze huizen. “Natuurlijk bespreek ik het duurzaamheidsaspect met klanten maar als zij een gasleiding willen, dan leg ik die aan. De innovaties gaan op dit moment heel snel en we weten echt niet waar het allemaal stopt. We kunnen niet eens tien jaar verder kijken. Ik denk niet dat het hele gasnet, dat in elk huis komt, binnen een paar jaar niet meer nodig is.‘’ Ook bij Van Rhijn Bouw worden vraagtekens gezet bij de huizenbouw zonder gasleiding. “Natuurlijk bouwen we gasloos en zijn onze huizen EPC-0, bijna energieneutraal. Maar de veranderingen gaan nu wel in een heel hoog tempo. Je ziet dat de nieuwe infrastructuur voor elektriciteit nog niet op orde is. En wat als straks waterstof de nieuwe brandstof wordt en die via het bestaande gasnet kan worden getransporteerd? Ik ben geen futuroloog maar het kan zijn dat het bouwen van huizen zonder gasleiding dan weleens duur uitpakt.’’

Mensen
Om de steeds snellere veranderingen op de toekomstige bouwplaats aan te kunnen, heeft de bouw meer en nieuwe mensen nodig. Van den Oudenrijn: “Natuurlijk blijft de timmerman en de metselaar onmisbaar. Al was het maar omdat er altijd veel werk in renovatie en onderhoud is. Maar er zullen ook andere vakmensen hun intrede doen op en rond de bouwplaats. Daar investeren wij ook in. Kijk maar naar de recent afgesloten cao waarbij een loonsverhoging van 5,35 procent is afgesproken. Kijk maar naar het sponsoren van huttendorpen om jonge kinderen te interesseren voor de bouw. We moeten op alle fronten vooruitdenken in dit mooie vak waar je eer hebt van je werk.”

Meer omzet
De omzet van de bouwsector nam in 2017 met 5,7 procent toe, in het vierde kwartaal zelf met 6,7 procent. 2017 was het vierde jaar op rij dat de omzet groeide. Vooral de zogeheten burgerlijke en utiliteitsbouw, waar het bouwen van woningen en gebouwen onder valt, groeide het sterkst in 2017, met 9,8 procent vergeleken met een jaar eerder. Ondanks deze sterke omzetgroei ligt het omzetniveau van deze bedrijven nog 10 procent onder het niveau van 2008, het begin van de crisis. Bedrijven in de gespecialiseerde bouw hadden in 2017 een omzetstijging van 3,1 procent vergeleken met 2016, 0,4 procent onder het omzetniveau van 2008. Ook in de grond-, weg- en waterbouw kreeg meer werk in 2017. De omzet steeg met ruim 4 procent en kwam daarmee hoger uit boven de omzet van 2008.
(Bron CBS)

Meer werk, meer vacatures
De werkgelegenheid in de bouwsector is in 2017 verder toegenomen. In het vierde kwartaal van 2017 waren er 529 duizend banen van zowel werknemers als zelfstandigen in de bouw. Dit is een toename van 4 procent vergeleken met het laatste kwartaal van 2016. Toen waren er 508 duizend banen in de bouwsector. Aan het einde van het vierde kwartaal van 2017 stonden 14,2 duizend vacatures in de bouw open. Dat is bijna twee keer zoveel als eind 2016 (7,3 duizend vacatures) en het hoogste aantal sinds eind 2008.  (Bron CBS)

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *