Wat betekent het pensioenakkoord voor werkgevers?

Begin juni presenteerden de sociale partners het ‘Principeakkoord vernieuwing pensioenstelsel’. Wouter Koolmees vatte het akkoord (wellicht onbedoeld) goed samen: ‘Minder beloven, meer waarmaken’. Als je de lat maar laag genoeg legt, heb je een grotere kans dat het meevalt.

De plannen hebben niet alleen gevolgen voor werknemer. Ook voor werkgevers verandert het een en ander.

AOW-leeftijd

De AOW-leeftijd stijgt minder hard dan gepland. Wanneer in de arbeidsovereen-komsten met je werknemers opgenomen is dat het dienstverband stopt op de AOW-gerechtigde leeftijd, stoppen deze dienstverbanden dus ook eerder.

Doorsneepremie

Voor werkgevers die aangesloten zijn bij een bedrijfstakpensioenfonds verandert er veel als de doorsneepremie afgeschaft wordt. De premie blijft gelijk, maar de opbouw wordt leeftijdsafhankelijk. Anders is het wanneer je je collectieve pensioenregeling bij een verzekeraar hebt ondergebracht. Om deze pensioenopbouw mogelijk te maken, wijzigen de fiscale kaders behoorlijk. Daardoor moeten alle collectieve pensioenovereenkomsten aangepast worden. Je moet in overleg met je werknemers nieuwe afspraken maken. Voor werknemers zijn deze gevolgen enorm. Dat maakt de onderhandelingen voor nieuwe pensioenovereenkomsten niet gemakkelijker.

Zware beroepen

Een van de weinige voordelen aan het nieuwe systeem is dat iemand die vroeg begint met werken (opbouwen van pensioen), ook eerder met pensioen kan. In de praktijk zijn het voornamelijk de fysieke beroepen waarin werknemers op jonge leeftijd beginnen. Wanneer die werknemers eerder met pensioen kunnen, ontlast dit werkgevers die vaak moeite hebben oudere werknemers in een fysiek beroep aan het werk te houden. Dit voordeel zal zich echter pas over ongeveer veertig jaar voordoen.

‘Vroegpensioen’

Niet iedereen heeft tijdig kunnen anticiperen op de verhoging van de AOW-leeftijd. Op regelingen die eerder pensioneren tot gevolg hadden, was een extra belastingheffing (RVU) verschul-digd. Een fiscale ontmoediging om eerder te stoppen met werken. Het wordt mogelijk je werknemers een regeling te bieden om drie jaar voor de AOW-leeftijd te stoppen met werken. De (bruto) uitkering mag dan niet meer dan 19.000 euro per jaar bedragen. Voor maximaal drie jaar. Als je deze regeling aanbiedt, zal je deze wel (deels) zelf moeten betalen. Een simpele rekensom leert dat de totale premie ongeveer 57.000 euro zal bedragen.  De regeling gaat in 2021 in en duurt slechts vijf jaar. 

Dekking

De gepresenteerde maatregelen gaan geld kosten. Veel geld. De vertraagde verhoging van de AOW-leeftijd komt in beginsel voor rekening van de overheid. Het afschaffen van de doorsneepremie kost het meest. Door herverdeling van de totale premie ontstaat een (grote) groep werknemers die in de toekomst minder pensioen op kan bouwen. Deze groep wil daarvoor gecompenseerd worden. Ben jij degene die de rekening voor dit pensioenakkoord gepresenteerd.

Bart van der Schaal
Pensioenadviseur
JAN© Accountants & Adviseurs
www.jan.nl

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *